Blijf jezelf
en ontdek wat je kan.
Welkom op het Dalton College!
Het belangrijkste op het Dalton College is dat je jezelf kan zijn. Héél veel kan op onze school. Daar geloven wij in, want zo kan je ontdekken wat je leuk vindt en waar je goed in bent. Wij zorgen ervoor dat je van alles kan proberen én dat je heel veel mogelijkheden hebt. Ondertussen leren we je slim plannen en goed samenwerken. Bekijk nog even de video’s of klik verder.
Nieuwsgierig geworden?
Wat maakt het Dalton College zo bijzonder?
Begeleiding topsporters
En sport je op hoog niveau? Op het Dalton houden we rekening met jouw sportambities. We gebruiken de mogelijkheden om talentvolle sporters tegemoet te komen.
Hoe doen we dat?
We kijken naar je schoolrooster en trainings- en wedstrijdrooster en kijken hoe we deze goed kunnen combineren.
Voor wie?
Voor sporters die voldoende trainingsuren maken, voor sporters die sport bedrijven op een niveau behorend tot de top van Nederland in een bepaalde leeftijdsklasse, sporters met de motivatie om goed en zelfstandig te kunnen werken.
Bekijk hier het Protocol begeleiding topsport
Dit is het Dalton College
- Iedereen is verschillend: je wordt gezien op het Dalton!
- Leren initiatief te nemen
- Eigen keuzes leren maken
- Gemengde brugklas: extra kans om te kijken welk niveau je aankunt
- Brede vakkenkeuze o.a. sport, tekenen en muziek als examenvakken
- Flexibel: vervroegd examen, versneld werken
Wat is Daltononderwijs?
Met Daltonderwijs willen we de zelfwerkzaamheid èn de onderlinge samenwerking van leerlingen bevorderen. Ons onderwijsconcept wordt zichtbaar in het beeld van de vertrouwensdriehoek:
Sfeerfilmpje Daltononderwijs
Waarom de naam Dalton?
Helen Parkhurst (1887-1973), de grondlegster van het daltononderwijs, kwam uit Amerika. Ze gaf vanaf 1906 les in de Amerikaanse staat Massachusetts. Zij ervoer dat het toenmalige traditionele onderwijs geen recht deed aan de verschillen tussen de leerlingen. Gaandeweg ontwikkelde ze een manier van onderwijs die een middenweg tussen het Montessori-onderwijs en traditioneel onderwijs, tussen individuele ontwikkeling en cultuuroverdracht vormde. Ze ontwikkelde geen systeem maar een “way of life”, met als uitgangspunten vrijheid in gebondenheid, zelfstandigheid en samenwerking. Ze noemde het later daltononderwijs, naar het stadje Dalton. Onderaan op deze pagina lees je hoe het Daltononderwijs naar Nederland kwam!
Hier een toelichting op wat je in de driehoek allemaal ziet:
Vrijheid en verantwoordelijkheid
Leerlingen leren op school een eigen keuzevrijheid te hanteren, waarbij zij zelf verantwoordelijk zijn voor hun (leer)gedrag en hun schoolwerk. Vrijheid is noodzakelijk om eigen keuzes te kunnen maken, eigen wegen te vinden. Door leerlingen meer ruimte te bieden kunnen zij een actieve en nieuwsgierige leerhouding ontwikkelen. Maar vrijheid betekent niet dat alles zomaar kan en mag. De opgegeven leerstof en de eisen die daaraan worden gesteld, de tijdslimiet en de schoolregels vormen de grenzen waarbinnen de leerlingen hun keuzevrijheid leren gebruiken. Leerlingen leren verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen schoolwerk, dat ze in vrijheid uitvoeren.
Zelfstandigheid
Zelfstandig leren op een daltonschool houdt in dat leerlingen uitgedaagd worden hun leertaken zelf tot een goed einde te brengen. Deze manier van werken stimuleert het probleemoplossend denken van de leerlingen. Om later als volwassenen goed te kunnen functioneren moeten de leerlingen leren beoordelen welke beslissingen zij moeten nemen. De keuzevrijheid dwingt de leerlingen tot het nemen van zelfstandige beslissingen over een verantwoorde werkwijze.
Samenwerking
Daltononderwijs biedt de leerlingen iedere dag de mogelijkheid samen te werken. Doordat leerlingen samen met docenten en medeleerlingen aan hun leertaken werken, leren zij met elkaar om te gaan en leren zij dat zij elkaar kunnen helpen.
Effectiviteit
Leerlingen krijgen de ruimte om te experimenteren, maar worden tegelijk ook geconfronteerd met de relatie tussen wat ze doen en wat dat oplevert. Dat is voor leerlingen een geleidelijk leerproces, waarin zelfkennis en zelfinschatting een grote rol spelen.
Reflectie
Nadenken over je eigen gedrag, je eigen werk en je resultaten, is op daltonscholen belangrijk. Op veel daltonscholen maken leerlingen vooraf een inschatting van de moeilijkheidsgraad en de tijd van de te maken opdrachten. Achteraf worden inspanning en resultaat met elkaar vergeleken. Zo leren ze reflecteren op de manier waarop ze leren, zoals het beoordelen van de eigen inzet, het beoordelen van medeleerlingen, het aanleren van discussievaardigheden, het leren omgaan met teleurstellingen enzovoort.
Daltononderwijs
Op onze school geven we onderwijs volgens de principes van het daltononderwijs. Dat is geen “systeem” of “methode”, maar meer een “way of life”, gebaseerd op drie vaste opvoedingsprincipes: vrijheid in gebondenheid, zelfstandigheid en samenwerking. Juist omdat daltononderwijs geen systeem is, dwingt het om telkens weer flexibel te zijn, te kijken naar het kind en de situatie. We geloven niet in “simpele” modellen van lesgeven, maar in wat er tussen kind, lesstof, docent en klas elke keer weer ontstaat – of niet.
De leerlingen krijgen bij ons veel uitdaging, krijgen vertrouwen en nemen initiatieven. Ze leren plannen, leren van fouten en krijgen op een persoonlijke manier aandacht.
Samen verschillend
Verschillen tussen kinderen zijn niet “lastig”, maar normaal. Kinderen die even niet mee kunnen komen of juist bijzondere talenten hebben, kinderen met faalangst, met taalproblemen, hoogbegaafde kinderen, kinderen die meer sturing nodig hebben of juist meer vrijheid; door de daltonprincipes zijn we in staat om dit te volgen en zoveel mogelijk in de gewone lessen en daltonuren te begeleiden, zodat wederzijds begrip voor verschillen kan ontstaan. Waar we dit zelf niet kunnen staan deskundigen in en buiten de school ter beschikking.
Jezelf (durven) zijn
Onderling contact is de basis voor wederzijds begrip. Leerlingen komen elkaar telkens weer tegen: niet alleen op de gangen, maar ook tijdens de daltonuren (zelfwerkzaamheidsuren). Daar zitten alle leeftijden en niveaus door elkaar. Dit heeft tot gevolg dat er meer bekendheid met elkaar is, respect voor elkaar, minder op elkaar neer kijken of juist onnodig omhoog kijken. Dure spullen of merkkleding zijn dan niet meer belangrijk. En of iemand dyslexie heeft of ADHD is geen reden om naar elkaar te wijzen en al helemaal niet iets om je voor te schamen. De ongeschreven regel op school is: “Doe gewoon, wees jezelf, wees eerlijk, dan ben je OK”.
Niet kinderachtig – vanuit vertrouwen
Daltonleerlingen zijn geen “kuddedieren” en worden telkens weer op hun functioneren, hun zelfstandigheid en vermogen om samen te werken aangesproken. Dat kan soms confronterend zijn, maar het is eerlijk en recht door zee: ze voelen zich gezien. Ze voelen zich meer op hun gemak dankzij het vertrouwen dat ze genieten. Om de drempel in het contact te verlagen kunnen leerlingen docenten met jij en de voornaam aanspreken. Maar u zeggen mag ook en gebeurt net zo goed. Het zorgt niet alleen voor minder afstand en meer vertrouwen, leerlingen durven ook makkelijker eerlijk te zijn en vragen te stellen. Vluchten in leugentjes of sociaal gewenste antwoorden komen daardoor minder snel voor. Daltonleerlingen ontwikkelen vaak meer tolerantie en zelfdiscipline en zijn opvallend minder kinderachtig in hun manier van reageren.
Niet te vroeg “in een hokje”
Vroegtijdig “beslissen” of uw kind vmbo-t, havo of vwo-leerling “is” of “wordt” is geen sinecure. Kinderen weten het vaak zelf ook nog niet zo zeker. Daarom hebben we een heterogene brugklas. Elke brugklas bestaat zoveel mogelijk uit evenredige aantallen leerlingen met deze adviezen. Leerlingen op deze leeftijd steken veel van elkaar (“peergroup”) op, maar hebben juist dankzij het daltononderwijs tegelijkertijd ook volop de ruimte om hun talenten te benutten. In de tweede klas zijn de mogelijkheden vaak al beter in beeld. Daarom zijn er daar aparte vmbo-t klassen, gymnasiumklassen en havo/atheneumklassen. Ook in klas twee zijn er dus nog volop ontwikkelingsmogelijkheden en kansen.
Meer weten over Daltononderwijs?
Bekijk de website van de Nederlandse Daltonvereniging
Hoe kwam het Daltononderwijs naar Nederland?
Helen Parkhurst was niet de enige, die naar moderner onderwijs streefde. In het toenmalige onderwijs stonden stofbeheersing en discipline voorop. In de jaren ’10 en ’20 van de 20e eeuw werd er volop geëxperimenteerd met nieuwe vormen van onderwijs, die meer aandacht voor de ontwikkeling van de leerling als mens in gemeenschap van anderen vroegen.
Ook Maria Montessori, Célestin Freinet, Rudolf Steiner (Vrije Scholen), Peter Petersen (Jenaplan scholen) en in Nederland Kees Boeke (Werkplaats Kindergemeenschap in Bilthoven) timmerden aan de weg van het vernieuwingsonderwijs.In de jaren ’20 stond het daltononderwijs in het centrum van de belangstelling van de onderwijswereld.
Artikelen van Helen Parkhurst in het Britse Times Educational Supplement trokken de aandacht, de eerste daltonscholen ontvingen doorlopend geïnteresseerde bezoekers, in veel landen vond het Dalton Plan navolging.
Een Nederlandse commissie onderwijskundigen en docenten onder leiding van Ph. Kohnstamm stak in 1924 de Noordzee over om in Engeland met eigen ogen te kijken hoe het in zijn werk ging. Zij waren zeer lovend. In Den Haag en in Amsterdam startten de eerste daltonscholen. De Nederlandse Daltonvereniging werd in 1931 opgericht.
Slotopmerking bij het rapport van de commissie Kohnstamm, die naar Engeland ging om het daltononderwijs te aanschouwen.
Masterclasses
Veel leerlingen willen wel eens buiten de gebaande paden denken en werken. Creatiever, anders, onderzoekender dan het normale “lesboek” kan bieden. Ze zoeken een uitdaging.
Voor leerlingen in de onderbouwklassen worden regelmatig masterclasses aangeboden. Niet alleen (hoog)begaafde leerlingen kunnen hieraan deelnemen. Een masterclass duurt altijd één periode (ongeveer 7 weken) en wordt in een vast daltonuur gegeven. Zo is er geen lesuitval.
Voorbeelden:
- Jeugd-EHBO: reanimatie
- schaken
- drones vliegen
- debatteren
- sieraden maken
- Legoleague
Daltonuren
In de daltonuren wordt de kern van ons onderwijs zichtbaar: leren omgaan met vrijheid, zelfstandigheid en samenwerking. Deze uren staan niet op zichzelf, maar vormen één geheel met de lessen en de daltonwerkwijze.
Wat houdt een daltonuur in?
Tijdens deze uren kiezen de leerlingen bij welk vak of welke docent ze willen werken. Vaak zullen ze naar hun eigen docenten toegaan, maar ze kunnen ook kiezen voor bijvoorbeeld een docent van het vorige jaar, waar ze zich prettiger bij voelen. Of naar een docent die een voor hen betere uitleg geeft dan de eigen docent bijvoorbeeld.
Tijdens de daltonuren werken leerlingen aan de opdrachten voor de vakken. Ze beslissen zelf of ze alleen werken of samenwerken, of ze maak- of leerwerk willen doen. De daltonuren staan niet los van de lessen: ze bouwen er op voort of bereiden deze voor. Ook tijdens reguliere lessen kunnen leerlingen na een fase van klassikaal werken samenwerken, maak- of leerwerk doen, soms ook voor andere vakken als dat op dat moment een goede keuze is.
Leerlingen kunnen tijdens het daltonuur voor hulp en uitleg beroep doen op hun medeleerlingen, maar ook op de aanwezige docent, die op dat moment dus geen klassikaal les geeft en zijn of haar handen vrij heeft om leerlingen persoonlijk te begeleiden.
Hoe vaak hebben leerlingen een Daltonuur?
Elke leerling heeft een aantal vaste daltonuren per week. In principe is dat elke dag het 3e lesuur. Dat 3e lesuur duurt 60 minuten in plaats van de reguliere 45 minuten.
Welk onderwijs bieden we aan?
Op onze school bieden we vmbo-t / havo / atheneum / gymnasium aan.
Jonge kinderen hebben nog een hele ontwikkeling te gaan. Vaak is nog niet helemaal duidelijk wat ze nu echt kunnen en willen. De kinderen starten bij ons daarom in de heterogene brugklas. Dit biedt hen nog een extra jaar de tijd om te kijken welk niveau ze aankunnen. In leerjaar 1 bestaat elke brugklas uit leerlingen met schooladviezen op vmbo-t, havo en vwo niveau, in een gelijke verdeling.
In leerjaar 2 gaan de gymnasium-leerlingen en de vmbo-t leerlingen in aparte klassen verder. De kinderen die havo of vwo willen doen zitten in gemengde havo-vwo klassen. Zij hebben dus nog een jaar de tijd om zich te ontwikkelen en hun keuze definitief te bepalen Vanaf klas 3 zijn er alleen nog aparte niveau-klassen.